Als u longfibrose hebt, heeft u lichamelijke klachten. Maar u kunt ook andere klachten hebben, zoals:
- bang zijn voor de dood. Of heel erg somber zijn over uw ziekte en nergens meer zin in hebben. Dat zijn psychische klachten.
- uzelf afsluiten van anderen of juist heel erg hun aandacht eisen. Dit noem je sociale problemen
- of als u zichzelf ineens afvraagt wat de 'zin' van uw leven is. En als u het gevoel hebt in de steek te zijn gelaten. Dat zijn spirituele of levensbeschouwelijke problemen.
Vaak lopen deze klachten door elkaar. Als u heel erg somber bent, weet u waarschijnlijk ook niet meer wat de zin van uw leven is. Het is belangrijk dat er aandacht is voor al deze punten.
Er zijn verschillende zorgverleners die u dan verder kunnen helpen. Denk bijvoorbeeld aan een psycholoog, praktijkondersteuner bij de huisarts (POH) of geestelijk verzorger. Heeft u het idee dat u meer of andere hulp nodig hebt? Of heeft u advies nodig? Bespreek dit dan met uw huisarts, longarts of longverpleegkundige.
U kunt ook altijd uw arts vragen om een palliatief team in te schakelen. Zo'n team bestaat uit mensen die heel veel weten van palliatieve zorg. Thuiszorgorganisaties hebben vaak een verpleegkundige gespecialiseerd in palliatieve zorg beschikbaar. Uw huisarts kan u daarvoor een verwijzing geven.